Laatste ango in Parijs

Tegenwoordig zijn in Japan, in bijna alle gevallen (1), degenen die tot Sotozen behoren, ver verwijderd van “de zenmonnik” die zich toewijdt aan het beoefenen van zazen, het werken met de handen en de studie, priesters die als kind al gewijd zijn door hun vader, van wie ze vervolgens de leiding over de familietempel erfden. Een tempel waar de voornaamste bezigheid, zo niet de enige, bestaat uit het houden van, tegen betaling, begrafenis- en herdenkingsceremonies.
Dit systeem wordt al vele generaties lang in stand gehouden, dankzij de senmon sodo, educatieve centra van de geestelijkheid, waarin de ango (2) plaatsvinden, periodes van elk drie maanden, gewijd aan de intensieve opleiding in de ceremoniën en de nauwgezette etiquette van confucionistische oorsprong die het tempelleven bestuurt. Iedere priester moet minstens drie maanden in een senmon sodo doorbrengen om het “diploma” te behalen, kyoshi geheten in het Japans, dat hem toestaat rechtmatig zijn beroep uit te oefenen. Op grond van de hoeveelheid tijd die in deze plaatsen is doorgebracht en de rollen die daar vervuld zijn, onderscheidt zich een zeer ingewikkelde geestelijke hierarchie die de piramide van de clerus regelt.

Van september tot deccember 2007 heeft de Soto Zen Shumucho, de administratieve tak van deze machtspiramide, in Frankrijk de eerste europese ango georganiseerd, blijkbaar werkelijk met de bedoeling om in Europa hetzelfde mechanisme in te voeren waarbinnen de Japanse zen een holding is in de administratie van de rouw, waarvan de filialen de afzonderlijke tempels zijn.
Toen de Europese ango nog in voorbereiding was, hebben Jiso Forzani, Daido Strumia en ik een brief gestuurd naar het Europese kantoor van de Soto Zen, waarin wij afraadden om in die richting verder te gaan. Nu, na het aflopen van de ango, maken we de tussenkomst van Jiso Forzani op de slotbijeenkomst bekend. Een bijeenkomst waaraan diegenen deelnamen zoals Pierre Dokan Crepon, dendo kyoshi (een van de rangen waar we het over hadden, aangepast aan westerlingen), directeur van het zencentrum in Vannes, die een voortzetting van de ango wenselijk acht om tegenwicht te bieden aan “de ongecontroleerde anarchie” die zich naar zijn zeggen onder de beoefenaars van zen verbreidt. Er waren anderen, zoals Jean Pierre Taiun Faure, dendo kyoshi, directeur van de tempel Kanshoji in Limoges, die zonder meer verlangen dat er bij de volgende ango “getuigschriften worden verstrekt aan de deelnemers om zich van hun meesterschap te verzekeren”.
Als wat er nu aan het gebeuren is zich in dezelfde richting voortzet, krijgen we een Europese Soto Zen met confucianistische Japanse gebruiken. Het boeddhisme zal elders gezocht moeten worden.

1) De enige mij bekende uitzondering is Antaji. Ik zou graag willen weten of er andere zijn.
2) Een woord in de antieke betekenis van “zich terugtrekken in de kalmte”, die herinnert aan de retraites van de oorspronkelijke gemeenschappen tijdens de moesson: in het Sanskriet vārshika, “wat bij de regentijd behoort”.

M.Yushin Marassi
(vertaald in het Nederlands door Anneke Zwarts)

Se volete, lasciate un commento.

You must be logged in to post a comment.

Archivi